Plantaardig gelooid volnerf leer, een degelijke gesp, het kenmerkende rood-witte stiksel, handgemaakt in Hoensbroek en gepresenteerd in een houten verpakking; dat is de Joes Georgius riem van Ottermann!
Plantaardig gelooid volnerf leer, een degelijke gesp, het kenmerkende rood-witte stiksel, handgemaakt in Hoensbroek en gepresenteerd in een houten verpakking; dat is de Joes Georgius riem van Ottermann!
het begin
Ottermann en Hoensbroek
Ottermann en Hoensbroek kennen een rijke historie. In 1698 vestigde Johannes Georgius (Hans Jurgen) Ottermann zich samen met zijn vrouw Maria Borguet op de Aeckerstraet in Hoensbroek; het markeert het begin van meerdere generaties Ottermann-ambachtslieden in Hoensbroek. De familienaam veranderde door de eeuwen heen van Ottermann naar Ottermans en van Ottermans naar Otermans.
In ghene Broeck
In het moeras
Ooit werd er gesproken van ‘in ghene Broeck’, wat zoveel betekent als ‘in het moeras’. In 1388 werd het afgescheiden van Heerlen en geschonken aan ridder Herman Hoen. De naam Hoensbroek is dus een samenvoegsel van het geslacht Hoen en broek dat staat voor het moeras.
Het moeras lag rondom het kasteel, het laagste punt van Hoensbroek. Dit is het ook de plek waar de 3 beken naar elkaar stromen; de Geleenbeek, de Moolenbeek en de Alde Mooder.
rood witte stiksel
Wapen van Hoensbroek
Als oorspronkelijk wapen droeg de familie Hoen ‘een zwarte leeuw met gouden kroon en tong’. Rond 1300 trouwde Johan Hoen met Aleidis van Haren, dochter van de heer van Borgharen. Het wapen van de familie van Haren toont ‘een zilveren veld, door vier horizontale rode balken in acht banen verdeeld’. Hun zoon combineerde beide wapens.
Het rood-witte stiksel is een verwijzing naar de kleuren van de ceremoniële vlag van Hoensbroek.
De zwarte leeuw werd voor de
rood/zilveren balken geplaatst.
Beide wapens naast elkaar zoals ze nog
te zien zijn op de gevel van kasteel Hoensbroek.
In het wapen van Borgharen is het rood-witte
wapen van de familie Van Haren nog te zien.
Een zijtak van de familie Hoen vestigde zich
in een kasteel in Oostham, gemeente Ham (B).
Daar is het familiewapen nu nog steeds het
officiële stadswapen en de officiële vlag.
In 1858 werd aan het wapen van Hoensbroek
de Heilige Johannes toegevoegd.
In 1938 werd de ceremoniële vlag toegevoegd.
De rood-witte banen staan hier verticaal.
Dit is ook de versie die Ottermann voor de rood-witte
stiksels van de Joes Georgius riemen gebruikt.
De zwarte leeuw werd voor de
rood/zilveren balken geplaatst
Beide wapens naast elkaar zoals ze nog
te zien zijn op de gevel van kasteel Hoensbroek
In het wapen van Borgharen is het rood-witte
wapen van de familie Van Haren nog te zien
Een zijtak van de familie Hoen vestigde zich
in een kasteel in Oostham, gemeente Ham (B).
Daar is het familiewapen nu nog steeds het
officiële stadswapen en de officiële vlag
In 1858 werd aan het wapen van Hoensbroek
de Heilige Johannes toegevoegd
In 1938 werd de ceremoniële vlag toegevoegd.
De rood-witte banen staan hier verticaal.
Dit is ook de versie die Ottermann voor de rood-witte
stiksels van de Joes Georgius riemen gebruikt
Plantaardig gelooid volnerf leer, een degelijke gesp,
het kenmerkende rood-witte stiksel,
handgemaakt in Hoensbroek en gepresenteerd in een
houten verpakking; dat is de Joes Georgius riem van Ottermann!
Plantaardig gelooid volnerf leer, een degelijke 2-pins gesp, Ottermann imprint, handgemaakt in Hoensbroek en gepresenteerd in een houten verpakking; dat is de Joes Hubertus riem van Ottermann!
plantaardig gelooid
Volnerf leer
Leer is een natuurlijk product. Het gebruikte leer wordt bovendien op een plantaardige manier gelooid. Tijdens het looien wordt gebruik gemaakt van tannine dat van nature aanwezig is in planten. De schors en bladeren van de eik, kastanje, mangrove en acacia worden momenteel het meest gebruikt.
Ottermann maakt uitsluitend gebruik van plantaardig gelooid volnerf leer. Dit is de laag van de huid direct onder de haren. Het leer wordt niet geschuurd en de kenmerken van de huid, inclusief onvolkomenheden, blijven aanwezig. De riemen en armbandjes zullen in het gebruik gaan ‘leven’. Er ontstaan gebruikssporen die een uniek karakter vormen; het zogeheten patina.
reviving craftsmanship
Handgemaakt
Alle lederwaren worden met de hand gemaakt. Uit halzen worden stroken gesneden, gaatjes geslagen, in de gewenste kleur geverfd en handmatig gestikt. Oud ambacht nieuw leven ingeblazen.
duurzaam
Gemaakt voornu en later
Alle lederwaren worden gemaakt om lang mee te gaan; hoe ouder hoe mooier. En is er iets versleten of stuk dan kan het worden gerepareerd.
Plantaardig gelooid volnerf leer, een degelijke gesp, handgemaakt in Hoensbroek en gepresenteerd in een houten verpakking; dat is de 1698 riem van Ottermann!
Document uit het gigt-register van de aankoop van de woning in 1698
sinds 1698 in Hoensbroek
Begin van een tijdperk
Na afloop van de 9-jarige oorlog (1688 – 1697) keerde Johannes Georgius (Hans Jurgen) Ottermann niet terug naar Duitsland maar kocht samen met zijn uit Saive bij Luik afkomstige vrouw Maria Borguet een huis op de Aeckerstraet in Hoensbroek. De 1698 legerriem markeert deze historische gebeurtenis.
van ambachtsliedennaar creatievelingen
Van Ottermannnaar Otermans
De familienaam veranderde door de eeuwen heen van Ottermann naar Ottermans en van Ottermans naar Otermans. Vandaag de dag is een groot gedeelte van de familie Otermans nog altijd woonachtig en werkzaam in Hoensbroek; reeds 10 generaties in meer dan 300 jaar!
Trots op Hoensbroeken het erfgoed
Ottermann is trots op Hoensbroek en het erfgoed en draagt dit graag uit! De lederwaren dragen de namen van mijn voorvaderen. Hun erfgoed vertelt een stuk geschiedenis van Hoensbroek.
15 mm breed plantaardig gelooid volnerf leer, met het herkenbare rood witte stiksel, beschikbaar in 7 kleuren en geleverd in de houten geschenkverpakking; dat is het Willem Joseph armbandje van Ottermann.
volg de seizoenen
Kleuren
De lederwaren zijn te verkrijgen in de kleuren; naturel, licht bruin, donker bruin, walnoot, mahonie, zwart en met zelfgemaakte Sint Jansolie van Sint Janskruid uit eigen tuin.
sint janskruid
Sint Jansolie
Van het Sint Janskruid uit eigen tuin maak ik Sint Jansolie. Klokjes, engeltjes, armbandjes en riemen worden hiermee gekleurd.
De sleutelhouder is gemaakt van 15 mm breed plantaardig gelooid volnerf leer, beschikbaar in 6 kleuren, voorzien van de Hoensbroek touch en geschikt voor de riemen Joes Georgius, Joes Hubertus en de 1698. Uiteraard geleverd in de houten geschenkverpakking.
kuiper | landbouwer
Hendrik Joseph Otermans
Hendrik Joseph Otermans (1779 – 1830) geboren en getogen in Hoensbroek, voerde het ambacht uit van kuiper. Het houten kistje, geschenkverpakking, waarin de producten van Ottermann worden geleverd is een verwijzing naar dit ambacht.
houten vaten
Kuiper
Een kuiper maakt houten vaten die voor velerlei doeleinden worden gebruikt. Vaten werden gebruikt om levensmiddelen (zout, kaas, boter) of oliën, bier en jenevers in te bewaren. Daarnaast werden ze ook gebruikt als wastobbe en regenton.
Het gezegde ‘in duigen vallen’ komt voort uit de werkzaamheden van een kuiper. De duigen zijn de platte stukken hout die de wand van het vat vormen. Zij worden eerst boven een vuur gebrand en daarna gebogen, wat een secuur werkje is. De duigen hield men met handen bijeen. Zo niet, dan viel de hele boel in elkaar, in duigen.
Akerstraat
Landbouwers
Hendrik Joseph was ook landbouwer en de 4e generatie Otermans in Hoensbroek en nog steeds woonachtig op de Akerstraat op de plek waar nu Au Four ligt.
Rond 1830 telt Hoensbroek ca. 1100 inwoners met 224 gezinshoofden. Ongeveer 116 hiervan zijn bij de landbouw betrokken. De bewoners van de Akerstraat waren met name landbouwers. Straten als de Koeweg, Kouvenderstraat en Op den Ackerweg verwijzen hier naar.
Hoensbroek is heel glooiend en voordat de mijnen kwamen een paradijs voor natuurliefhebbers.
Hoensbroek- voor de mijnbouw -
Paradijs voor wandelaars en genieters van de natuur
In 1859 verschijnt aan de hand van Egidius Slanghen, destijds burgemeester van Hoensbroek, een boek over “Het Markgraafschap Hoensbroeck”. Hierin omschrijft hij Hoensbroek ‘als een paradijs voor wandelaars en genieters van de natuur’.
“In het voormalige land van Valkenburg, op twee uren afstands van Sittard, drie en een half uur van Maastricht en vier uren westwaarts Aken, in het schilderachtige dal waardoor de Geleen, de zoogenaamde Oude-moeder en de Roode of Molenbeek, murmelend henen kronkelen, ligt het dorp, eertijds Heerlijkheid, later Markgraafschap Hoensbroek.”
“Dat voortijds, toen de grond door ‘s menschen hand niet was aangedaan, het oost-zuidelijke gedeelte der Gemeente, waar men thans eene lange reeks van schoone hooi- en boomrijke weilanden aantreft, broekachtig heeft uitgezien, behoeft geen nader betoog. Even zoo aannemelijk komt het ons voor dat het vruchtbare gebergte met de afwisselende valleijen, die het dorp noord- en westwaarts insluiten, oudtijds met houtgewas overdekt zijn geweest en een aanzienlijk woud daargesteld hebben. Deze bosschen zijn rijk aan romantische gezigten en aan heerlijke wandelpaden. Wanneer in den lentetijd, het gezang van den nachtegaal en de meerle deze eenzame oorden verlevendigt, dwaalt de wandelaar met wellust onder het lommerrijke loof der hoogstammige eiken, en de jongeling vindt er vermaak in het najagen van het gevogelte en in het opzoeken van hazelnoten en wilde aardbeziën waarmede de hobbelige bodem zijn azend oog zoo bekoorlijk prikkelt.”
Bron: boek Geschiedenis van Hoensbroek
Van de Venne – De Win – Peeters
Sint Janskruid bij de Alde Mooder
kuiper | landbouwer
Hendrik Joseph Otermans
Hendrik Joseph Otermans (1779 – 1830) geboren en getogen in Hoensbroek, voerde het ambacht uit van kuiper. Het houten kistje, geschenkverpakking, waarin de producten van Ottermann worden geleverd is een verwijzing naar dit ambacht.
Daarnaast was hij ook landbouwer en de 4e generatie Otermans in Hoensbroek en nog steeds woonachtig op de Akerstraat op de plek waar nu Au Four ligt.
houten vaten
Kuiper
Een kuiper maakt houten tonnen/vaten die voor velerlei doeleinden worden gebruikt. Vaten werden gebruikt om levensmiddelen (zout, kaas, boter) in te bewaren, vloeistoffen o.a. oliën, die gemalen werden in de molen, bier en jenevers of als wastobbe en regenton.
Het gezegde ‘in duigen vallen’ komt voort uit de werkzaamheden van een kuiper. De duigen zijn de platte stukken hout die de wand van het vat vormen. Zij worden eerst boven een vuur gebrand en daarna gebogen, wat een secuur werkje is. De duigen hield men met handen bijeen. Zo niet, dan viel de hele boel in elkaar, in duigen.